Een derde van de boeren werkt al duurzamer
Categorie(ën): Agrarische sector, Voedsel voor de mensheid, Nieuws
Bijna een derde van de boeren op de wereld werkt duurzamer dan voorheen, terwijl ze nog steeds even productief zijn. Dit blijkt uit een internationaal onderzoek, uitgevoerd in 5 landen.
De onderzoekers analyseerden het werk op boerderijen waar “duurzame intensivering” wordt toegepast, een term die gebruikt wordt voor verschillende praktijken, waaronder biologisch boeren. Daarbij wordt alles, land, water, biodiversiteit, arbeid, kennis en technologie, gebruikt om gewassen te telen, maar tegelijk de invloed op het milieu, door pesticiden, erosie en broeikasgassen, te verminderen.
De onderzoekers schatten dat op bijna een tiende van het agrarisch gebruikte land een of andere vorm van ‘duurzame intensivering’ wordt toegepast, vaak met dramatische resultaten. Ze hebben vastgesteld dat de nieuwe methoden zorgen voor hogere productiviteit, meer biodiversiteit en betere ‘ecologische diensten’ bij lagere kosten. In West Afrika hebben de boeren bijvoorbeeld de opbrengsten aan mais en cassave verhoogd, terwijl 100 000 boeren in Cuba hun productiviteit met 150% opvoerden, terwijl tegelijk hun pesticidengebruik met 85% afnam.
Duurzame intensivering “kan gunstige resultaten opleveren, zowel voor de opbrengst als voor het natuurlijke kapitaal” aldus de onderzoekers. “Hoewel er nog een lange weg te gaan is, ben ik onder de indruk van de manier waarop de boeren wereldwijd en speciaal in de minder ontwikkelde landen de voedselproductie in een gezondere richting ontwikkelen” zegt John Regonald (professor in Bodemwetenschappen en Agro-ecologie aan de Washington State University, een van de auteurs). “De minder ontwikkelde landen vertonen de grootste vooruitgang in productiviteit, terwijl de geïndustrialiseerde landen hun efficiëntie verbeteren (lagere kosten hebben), schade aan het ecosysteem verminderen en vaak een wat lagere opbrengst hebben.” schrijven de auteurs.
Jules Pretty (hoofd-auteur van het onderzoek, professor in Milieu en Maatschappij aan de University of Essex, Engeland) was de eerste die de term ‘duurzame intensivering’ (sustainable intensification) gebruikte – in een artikel over de Afrikaanse landbouw in 1997. Terwijl de term intensivering als regel slaat op ecologisch schadelijke vormen van landbouw, wilde Pretty met deze term duidelijk maken dat “ gewenste resultaten, zoals meer voedsel en betere ecosysteemdiensten, elkaar niet hoeven uit te sluiten.” De term komt nu jaarlijks in meer dan 100 wetenschappelijke artikelen voor en is een belangrijk onderdeel van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN (United Nations Sustainable Development Goals).
Voor dit onderzoek werd gebruik gemaakt van wetenschappelijke artikelen en datasets, gebruikt om ruim 400 projecten, programma’s en initiatieven voor duurzame intensivering wereldwijd, te screenen. Ze keken alleen naar de grotere projecten die toegepast werden in meer dan 10 000 boerderijen of op 10 000 hectaren land. Ze schatten dat 163 miljoen boerenbedrijven met tezamen meer dan een half miljard hectaren land hierbij betrokken zijn.
De onderzoekers concentreerden zich op zeven verschillende veranderingen in de aanpak waarin “verbetering van de resultaten geen netto ecologische kosten meebrachten“. Het ging bijvoorbeeld om verbeterd gebruik van bestijdingsmiddelen, o.a. door educatieve programma’s waar boeren agro-ecologische praktijken leren zoals bodemverbetering, uitgevoerd in meer dan 90 landen.
Andere veranderingen omvatten bijvoorbeeld betere weide- en voedersystemen, meer bomen in het veld (‘agroforestry’) betere irrigatie, en bodemsparende methoden (permacultuur, “no till”, zoals o.a. gebruikt in oostelijk Washington).
Duurzame intensivering geeft “grotere productiviteit, meer variatie in werkmethoden, minder kosten voor de boer en minder negatieve effecten op de omgeving en betere ecosysteemdiensten”, aldus de auteurs. Ze menen dat we nu een kantelpunt hebben bereikt waarna deze methoden meer algemeen kunnen worden toegepast door stimulering vanuit de politiek.
“We hebben nu een krachtige stimulering nodig vanuit de regeringen wereldwijd om meer algemen toepassing van duurzame intensivering door boeren te steunen, zodat de United Nations Sustainable Development Goals, zoals aangenomen door alle leden van de VN, in 2030 bereikt kunnen worden, “aldus Regonald. “Dat zal zorgen voor voldoende goed voedsel voor iedereen, terwijl het milieu gespaard wordt en de producenten een fatsoelijk inkomen verdienen.”
Bron: Washington State University (WSU News) 27 augustus 2018, door Eric Sorensen,